Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 14 september 2018;
- het verweerschrift, met bijlagen.
2.De feiten
Artikel 2
2. Schulden en kosten voor rekening van de gezamenlijke eigenaars
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 2 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appartementseigenaar en de Vereniging van Eigenaren (VvE) over de vraag of de lift in het appartementencomplex dienstbaar is aan de bewoners van de begane grond. De verzoeker, eigenaar van een appartement op de begane grond, stelde dat hij geen gebruik maakt van de lift en dat deze enkel dienstbaar is aan de andere appartementseigenaren op de hogere verdiepingen. De VvE daarentegen betoogde dat de lift beschikbaar is voor alle bewoners, ongeacht het feitelijk gebruik, en dat de bijdrage van de verzoeker in de kosten van de lift gerechtvaardigd is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de lift niet dienstbaar is aan de bewoners van de begane grond, omdat de verzoeker geen gebruik maakt van de lift en er geen ondergrondse ruimten zijn die het gebruik van de lift rechtvaardigen. De rechter heeft de uitleg van de term 'dienstbaar' in de splitsingsakte als bepalend beschouwd en geconcludeerd dat de lift niet als gemeenschappelijk gedeelte kan worden aangemerkt voor de bewoners van de begane grond. De VvE is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.
De uitspraak benadrukt het belang van de uitleg van splitsingsakten en de rechten en plichten van appartementseigenaren binnen een VvE. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten van de procedure zijn vastgesteld op € 79,- aan verschotten en € 400,- aan gemachtigdensalaris.