ECLI:NL:RBROT:2019:10842
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Boete wegens feitelijk leiding geven aan overtreding van de prospectusplicht onder de Wet op het financieel toezicht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van [verzoeker] tegen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM had op 28 december 2018 een bestuurlijke boete van € 75.000,- opgelegd aan [verzoeker] wegens feitelijk leidinggeven aan overtredingen van artikel 5:2 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) door verschillende Zonneperceel-entiteiten. Deze entiteiten hadden in de periode van 1 april 2016 tot 1 augustus 2017 effecten aan het publiek aangeboden zonder dat er een goedgekeurd prospectus beschikbaar was. [verzoeker] heeft bezwaar gemaakt tegen de boete en verzocht om schorsing van de publicatie van het bestreden besluit. Tijdens de zitting op 28 februari 2019 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat [verzoeker] de verweten gedragingen niet heeft weersproken en dat de AFM terecht tot de conclusie is gekomen dat er sprake was van een overtreding van de prospectusplicht. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de AFM zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat [verzoeker] feitelijk leidinggever was van de overtredingen. Ook zijn de argumenten van [verzoeker] over mandaatverbod en vooringenomenheid door de voorzieningenrechter verworpen. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de boete en de publicatie van het besluit in stand blijven.