Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord van 22 november 2017, met producties;
- de brief van 20 december 2017 van de rechtbank, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- de akte wijziging eis van 9 mei 2018;
- het proces-verbaal van de op 9 mei 2018 gehouden comparitie van partijen;
- het op 8 januari 2019 namens ING bij formulier B6 ingediende verzoek opbrenging doorgehaalde zaak.
2.De feiten
Naam produkt
zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00), deze som hierna te noemen: “het geleende bedrag”.
vier vier/tiende procent (4,4%)per jaar. De rente gaat heden in en dient in maandelijkse tijdvakken bij nabetaling te worden betaald, voor het eerst op de eerste van de maand, na het sedert heden verstrijken van een hiervoor vermeld tijdvak.
zesennegentig euro en twintig eurocent (€ 96,20)per maand, gedurende driehonderdzestig maanden. De overeenkomst moet ten minste gedurende de looptijd van de geldlening, ook als deze wordt verlengd, worden voortgezet en de vermelde stortingen dienen stipt op de vervaldagen te worden voldaan.
- het geleende bedrag en al hetgeen de bank nu of te eniger tijd van de schuldenaar te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van verstrekte en/of nog te verstrekken geldleningen, al dan niet in rekening-courant, dan wel uit welken andere hoofde ook, een en ander tot maximaal
- de bedongen rente en eventueel later overeen te komen verhogingen daarvan en al wat de bank in verband met het vorenstaande aan renten, boeten, kosten, premies of anderszins verder te vorderen heeft of zal hebben, tezamen begroot op
Betreft: Algehele aflossing hypothecaire geldlening t.n.v. De heer [naam eiser] met royementsvolmacht voor de hypotheek op [adres woning] , [adres bedrijfspand]
16 mei 2008.
- Achterstand EUR 27.576,35 *
- Reeds gefactureerde boete EUR 1.538,40 *
- Rente EUR 1.344,44 *
3.Het geschil
Primair:
4.De beoordeling
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)