ECLI:NL:RBROT:2020:11098
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Loonstop en transitievergoeding in arbeidsrechtelijke geschil tussen werknemer en werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 1 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], een werknemer, en Transportbedrijf A. Maat B.V., zijn werkgever. De werknemer had een verzoek ingediend om de loonstop die door de werkgever was ingesteld, ongedaan te maken en om betaling van achterstallig loon, vakantiedagen en een transitievergoeding. De werknemer was op 12 mei 2020 ziek gemeld en had op 20 mei 2020 van de bedrijfsarts te horen gekregen dat hij geschikt was voor halve dagen lichte werkzaamheden. De werkgever had echter de loondoorbetaling stopgezet omdat de werknemer weigerde deze werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter oordeelde dat de loonstop terecht was toegepast, omdat de werknemer zonder deugdelijke grond weigerde passende arbeid te verrichten. De rechter wees de vorderingen van de werknemer voor het grootste deel af, maar kende wel een bedrag toe voor niet genoten vakantiedagen en de daarover verschuldigde vakantietoeslag. Ook werd de transitievergoeding toegewezen, maar de gevorderde advocaatkosten werden afgewezen. De werkgever werd veroordeeld in de proceskosten.