ECLI:NL:RBROT:2020:13202

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2020
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
C/10/583182 / JE RK 19-3037
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep van pleegouders op blokkaderecht ex art. 1:336a BW

In deze zaak hebben de pleegouders van een minderjarige, geboren in 2004, beroep gedaan op hun blokkaderecht op grond van artikel 1:336a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter heeft op 3 september 2020 de zaak behandeld, waarbij de pleegouders en de minderjarige aanwezig waren. De minderjarige verblijft sinds 24 augustus 2020 in een open jeugdhulpinstelling, na eerder in een gesloten instelling te hebben verbleven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling) niet om toestemming heeft gevraagd voor de wijziging van het verblijf van de minderjarige, wat in strijd is met de wet. De pleegouders hebben aangegeven dat ze openstaan voor contact met de minderjarige, maar erkennen dat zij waarschijnlijk niet terug zal keren naar hun gezin. De kinderrechter heeft het verzoek van de pleegouders om het verblijf van de minderjarige te wijzigen buiten behandeling gesteld, omdat de pleegouders zich niet verzetten tegen de huidige woonplek van de minderjarige. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/583182 / JE RK 19-3037
datum uitspraak: 3 september 2020

beschikking

in de zaak van

de heer [naam pleegvader] en mevrouw [naam pleegmoeder] ,

hierna te noemen de pleegouders of afzonderlijk de pleegmoeder of pleegvader,
wonende te [woonplaats] ,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 24 april 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief van de GI van 1 september 2020, ingekomen bij de griffie op 2 september 2020.
Op 3 september 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
  • [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de mondelinge behandeling telefonisch is gehoord, bijgestaan door mr. G.H. Amstelveen,
  • de pleegouders,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Bij beschikking van 7 november 2011 is Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, de
rechtsvoorgangster van de GI, belast met de voogdij over [voornaam minderjarige] .
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 24 augustus 2020 de groep De Sprong van Horizon.
Bij beschikking van 10 april 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot
1 oktober 2020. Bij beschikking van vandaag is het resterende verzoek van de GI om een machtiging gesloten jeugdhulp afgewezen.

Het aangehouden verzoek

Zoals overwogen in de beschikking van 1 oktober 2019 heeft de kinderrechter de brief van
de pleegouders van 17 september 2019 aangemerkt als een beroep op het blokkaderecht op
grond van artikel 1:336a van het Burgerlijk Wetboek (BW).

De standpunten

De pleegouders hebben aangegeven blij te zijn met de nieuwe jeugdbeschermer van [voornaam minderjarige] , die volgens hen in een paar weken meer bereikt heeft dan de vorige jeugdbeschermer in de jaren dat zij betrokken was. Er zijn excuses gemaakt voor de gang van zaken en er zal een gesprek gepland worden tussen [voornaam minderjarige] en de pleegouders. Zij gaan hier open in en zullen niet over het verleden beginnen. De pleegouders willen kijken hoe [voornaam minderjarige] erin staat en of contactherstel mogelijk is. De pleegouders willen [voornaam minderjarige] duidelijk maken dat zij er altijd voor haar zijn geweest en er ook altijd voor haar zullen blijven. De pleegouders zien in dat [voornaam minderjarige] zeer waarschijnlijk niet zal terugkeren naar hen, maar benadrukken dat de deur altijd voor haar zal open staan.
De GI verleent haar medewerking aan contact tussen [voornaam minderjarige] en de pleegouders; zij heeft immers lange tijd bij hen gewoond. De aanwezige vertegenwoordigster van de GI zal nog nagaan bij de vaste jeugdbeschermer van [voornaam minderjarige] waar het overzicht is gebleven van de spullen van [voornaam minderjarige] die nog bij de pleegouders zijn en die [voornaam minderjarige] graag zou ontvangen.

De beoordeling

Ingevolge artikel 1:336a BW mag de GI alleen met toestemming van de pleegouders het verblijf van [voornaam minderjarige] wijzigen. Ter zitting van 23 december 2019 heeft de GI erkend dat zij heeft verzuimd de pleegouders om toestemming te vragen voor plaatsing van [voornaam minderjarige] bij de Midgaard. De GI heeft voor deze gang van zaken haar excuses aangeboden.
Van september 2019 tot augustus 2020 heeft [voornaam minderjarige] in een gesloten jeugdhulpinstelling verbleven. Sinds eind augustus 2020 verblijft zij in een open instelling. Zij heeft de kinderrechter laten weten dat zij het daar naar haar zin heeft en dat zij binnenkort onderwijs hoopt te gaan volgen op een MBO-school buiten het terrein van de instelling. Zoals ook overwogen in de beschikking van 24 april 2020 lijken alle belanghebbenden rondom [voornaam minderjarige] , mede door het tijdsverloop, van mening te zijn dat het voor haar goed is om nu op een open groep te wonen. De pleegouders hebben tijdens de zitting van 3 september 2020 kenbaar gemaakt dat zij zich niet verzetten tegen de huidige woonplek van [voornaam minderjarige] . Gezien de ontwikkelingen in het afgelopen jaar, de huidige woonplek van [voornaam minderjarige] en het besprokene ter zitting van 3 september 2020, gaat de kinderrechter ervan uit dat de pleegouders berusten in de huidige situatie. De pleegouders hebben benadrukt dat hun deur altijd open staat voor [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter zal het verzoek, zoals dat bleek uit de brief van de pleegouders van
17 september 2019, op grond van vorenstaande buiten behandeling stellen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt het verzoek buiten behandeling.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2020 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 september 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.