In deze zaak hebben de pleegouders van een minderjarige, geboren in 2004, beroep gedaan op hun blokkaderecht op grond van artikel 1:336a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter heeft op 3 september 2020 de zaak behandeld, waarbij de pleegouders en de minderjarige aanwezig waren. De minderjarige verblijft sinds 24 augustus 2020 in een open jeugdhulpinstelling, na eerder in een gesloten instelling te hebben verbleven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling) niet om toestemming heeft gevraagd voor de wijziging van het verblijf van de minderjarige, wat in strijd is met de wet. De pleegouders hebben aangegeven dat ze openstaan voor contact met de minderjarige, maar erkennen dat zij waarschijnlijk niet terug zal keren naar hun gezin. De kinderrechter heeft het verzoek van de pleegouders om het verblijf van de minderjarige te wijzigen buiten behandeling gesteld, omdat de pleegouders zich niet verzetten tegen de huidige woonplek van de minderjarige. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.