Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- mevrouw [verzoekster] , verzoekster
- de heer [naam 1] van Kredietbank Rotterdam, SHV de heer [naam 2] van Kredietbank Rotterdam, SHV
- mevrouw [naam 3] van Jay Holding BV/Manna Support
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij vraagt om toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat er onvoldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de goede trouw van de verzoeker in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. Hoewel de verzoeker schulden heeft die niet te goeder trouw zijn ontstaan, heeft de rechtbank geoordeeld dat hij de omstandigheden die hebben geleid tot deze schulden onder controle heeft gekregen door het beschermingsbewind. De rechtbank heeft de verzoeker gewezen op de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, waaronder de informatieplicht en de afdrachtplicht. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, onder voorwaarden, en benoemt mr. C. de Jong tot rechter-commissaris. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de bewindvoerder belast met het openen van aan de schuldenaar gerichte correspondentie.