Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 april 2020 in de zaken tussen
maatschap [eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem-keuring. Tijdens de AM-screening in de aanvoerhal zag ik in de containers 1 dood kuiken liggend op de rug, 2 levende rugliggers en 1 kuiken met een bloedende vleugel. Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppel ‘ [eiseres] ’ uit stal 3. Bij hetzelfde koppel geslachte vieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screening bij 625 karkassen 18 karkassen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm van de vleugels, borst en rug. Tevens zag ik 24 fracturen met donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm van voornamelijk de vleugels. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles van 2 minuten naar vangletsel uitgevoerd. Ik telde respectievelijk 25 en 42 dieren met letsel. Bij een bandsnelheid van 7500 dieren per uur, zag ik dus 2 maal 250 kuikens voorbij komen en kwam ik op een gemiddelde score van 13,4 % letsel, bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels, rug en borst (zie foto). Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimveeslachthuis. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem- keuring. Tijdens de AM screening in de aanvoerhal zag ik 2 kuikens met open fracturen van de vleugels (zie foto bijlage) en 2 dode dieren. Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppel ‘ [eiseres] ’ uit stal 2. Bij hetzelfde koppel geslachte dieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screening bij 625 karkassen 16 karkassen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van de vleugels, borst en rug. Tevens zag ik 21 fracturen met donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van voornamelijk de vleugels. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles van 2 minuten naar vangletsel uitgevoerd. Ik telde respectievelijk 11 en 5 dieren met letsel. Bij een bandsnelheid van 7500 dieren per uur, zag ik dus 2 maal 250 kuikens voorbij komen en kwam ik op een gemiddelde score van 3,2 % letsel, bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels, rug en borst (zie foto). Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimveeslachthuis. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door de vangploeg onnodige pijn en ernstig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem- keuring. Tijdens de AM screening in de aanvoerhal zag ik in de containers 5 kuikens met bloedende, open fracturen van de vleugels, 1 vleugelbeklemming, 2 rugliggers en 2 dode dieren. Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppel ‘ [eiseres] ’ uit stal 1. Bij hetzelfde koppel geslachte dieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screening bij 625 karkassen 16 karkassen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van de vleugels, borst en rug. Tevens zag ik 21 fracturen met donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van voornamelijk de vleugels. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles van 2 minuten naar vangletsel uitgevoerd. Ik telde respectievelijk 21 en 14 dieren met letsel. Bij een bandsnelheid van 7500 dieren per uur, zag ik dus 2 maal 250 kuikens voorbij komen en kwam ik op een gemiddelde score van 7,0 % letsel, bestaande uiternstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels, rug en borst (zie foto). Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimveeslachthuis. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot hetbehandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door de vangploeg onnodigepijn en ernstig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem- keuring. Tijdens de AM screening in de aanvoerhal zag ik in de containers 9 levende kuikens met gebroken vleugels, 4 kreupele dieren, 5 dode dieren en 2 vleugelbeklemmingen. Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppel ‘ [eiseres] ’ uit stal 1.Bij hetzelfde koppel geslachte dieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screening bij 625 karkassen 34 fracturen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van voornamelijk vleugels maar ook forse bloedingen van de rug. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Beide controles duurden 2 minuten. Tussen de controles zat een half uur. De bandsnelheid tijdens de controle was 125 kuikens per minuut. Tijdens de eerste controle heb ik 35 letsels geteld, tijdens de tweede controle 36. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 14,2 % letselschade bestaande uiternstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot hetbehandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door de vangploeg onnodige pijn en ernstig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem- keuring. Tijdens de AM screening in de aanvoerhal zag ik in de containers 8 levende kuikens met gebroken vleugels, 6 dode dieren en 10-tallen dieren in een toestand van hittestress. Deze dieren vertoonden een sterk verhoogde ademfrequentie, ademden met open bek, bewogen onrustig heen en weer en een aantal van hen bevonden zich in een soporeuze toestand. De containers waren ongelijk verdeeld met kuikens. Ik zag een 8-tal lades waar de kuikens zeer dicht op elkaar zaten en niet in de mogelijkheid waren zich vrij te bewegen. In deze dichtbezette lades zag ik dat de hittestress onder de dieren het grootst was. De temperatuur in de aanvoerhal die ik met een gekalibreerde thermometer heb gemeten bedroeg op dat moment 33,8 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur in de containers waar de dieren zich in bevonden bedroeg 35,7 graden Celsius. De buitentemperatuur die ik met een gekalibreerde thermometer heb gemeten bedroeg op dat moment 30 graden Celsius. Dit komt overeen met de buitentemperatuur gemeten door de welzijnsfunctionaris (zie bijlage welzijnslijst). Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppel ‘ [eiseres] ’ uit stal 3. Bij hetzelfde koppel geslachte dieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screening bij 625 karkassen 36 fracturen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm² van voornamelijk vleugels maar ook forse bloedingen van de rug. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Beide controles duurden 2 minuten. Tussen de controles zat een half uur. De bandsnelheid tijdens de controle was 125 kuikens per minuut. Tijdens de eerste controle heb ik 41 letsels geteld, tijdens de tweede controle 39. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 16,0 % letselschade bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel.
Beslissing
- verklaart het beroep ROT 17/5837 en het beroep in de zaak 17/6176 voor zover gericht tegen het besluit van 12 september 2017 niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen ROT 17/5836, ROT 17/5838, ROT 17/5839, ROT 17/5840 en ROT 17/6176 voor zover gericht tegen het besluit van 17 februari 2020, gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten voor zover die zien op de hoogte van de boetes in ROT 17/5836, ROT 17/5838, ROT 17/5839, ROT 17/5840 en ROT 17/6176;
- herroept de primaire besluiten voor zover dat ziet op de hoogte van de boetes in ROT 17/5836, ROT 17/5838, ROT 17/5839, ROT 17/5840 en ROT 17/6176;
- stelt het boetebedrag in ROT 17/5836 en ROT 17/5838 vast op € 1.200,-;
- stelt het boetebedrag in ROT 17/5839 vast op € 1.125,-
- stelt het boetebedrag in ROT 17/5840 vast op € 1.275,-;
- stelt het boetebedrag in ROT 17/6176 vast op € 1.350,-;
- veroordeelt in ROT 17/5837 en in ROT 17/6176 de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling van schadevergoeding aan eiseres van € 1.000,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht in ROT 17/5836, ROT 17/5837, ROT 17/5838, ROT 17/5839 en ROT 17/6176 van in totaal € 1.665,- vergoedt;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) aan eiseres het betaalde griffierecht in ROT 17/5840 van € 333,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in ROT 17/5836, ROT 17/5837, ROT 17/5838, ROT 17/5839 en ROT 17/6176 in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 5.193,78;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) in ROT 17/5840 in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 262,50.