3.1[verzoekster] verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht te verklaren dat zij tijdig een beroep heeft gedaan op de vernietigbaarheid van het haar gegeven ontslag en dat het gegeven ontslag op staande voet nietig is;
te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster] haar salaris van 11 oktober 2019 tot 14 december 2019 van € 1.485,95 bruto dient te betalen;
te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster] haar vakantiebijslag van 8% over het brutosalaris over de periode van 1 juni 2019 tot
14 december 2019 dient te voldoen;
4. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster] haar niet genoten vakantie-uren over de periode van 1 januari 2019 tot 14 december 2019 ten belope van € 1.998,40 dient te betalen;
5. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster] haar eindejaarsuitkering over de periode van 1 januari 2019 tot 14 december 2019 ten belope van € 839,54 dient te betalen;
6. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster]
€ 725,85 aan vergoeding ex artikel 7:668 lid 3 BW dient te betalen;
7. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster]
de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over alle gevorderde loonbedragen dient te betalen;
8. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [verzoekster]
de wettelijke rente over voornoemde bedragen, vanaf de dag van opeisbaarheid daarvan tot aan de dag van algehele voldoening, dient te betalen;
9. te bepalen dat Naborgh binnen twee dagen na betekening van de te geven beschikking aan [verzoekster] salarisspecificaties over de periode van 11 oktober 2019 tot 14 december 2019 dient te verstrekken, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Naborgh hiermee in gebreke blijft, nadat twee dagen zijn verstreken na voormelde betekening, met een maximum van € 1.000,00;
10. te bepalen dat Naborgh, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, € 145,00 aan kosten voor rechtsbijstand aan [verzoekster] dient te betalen;
11. te bepalen dat Naborgh de kosten van deze procedure dient te betalen.