In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure tussen XFluence Interim Services B.V. en [verweerder]. XFluence, een uitleenbureau dat zich richt op detachering in de IT- en financiële sector, heeft een voorwaardelijk verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 12 oktober 2015 in dienst was als Account Manager/Resource Officer. XFluence stelde dat er sprake was van (ernstig) verwijtbaar handelen van [verweerder], een verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren, en verzocht om ontbinding zonder opzegtermijn en om geen transitievergoeding toe te kennen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 25 mei 2021, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van XFluence onvoldoende was onderbouwd. XFluence had niet duidelijk en gemotiveerd aangetoond dat de specifieke ontbindingsgronden voldaan waren. De kantonrechter benadrukte dat het niet de taak van de rechter is om zelfstandig naar onderbouwing te zoeken. Bovendien werd vastgesteld dat er geen bewijs was dat [verweerder] ernstig verwijtbaar had gehandeld of dat er sprake was van disfunctioneren, aangezien XFluence geen personeelsdossier had bijgehouden.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van XFluence afgewezen en XFluence veroordeeld in de proceskosten. Het voorwaardelijk ingediende tegenverzoek van [verweerder] tot toekenning van vergoedingen werd niet meer besproken, aangezien het verzoek tot ontbinding was afgewezen.