ECLI:NL:RBROT:2021:11471
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Fictieve weigering en ontkenning ontvangst uitspraak op bezwaar in bestuursrechtelijke belastingzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil over de tijdigheid van een uitspraak op bezwaar in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van haar onroerende zaken voor het belastingjaar 2020. Na het indienen van het bezwaar heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een uitspraak. De rechtbank heeft de beroepen op 11 november 2021 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door een kantoorgenoot van haar gemachtigde.
De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of verweerder tijdig uitspraak heeft gedaan op het bezwaar. Eiseres stelde dat dit niet het geval was, terwijl verweerder aanvoerde dat de uitspraak op bezwaar tijdig was verzonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de verzending van de uitspraak op bezwaar aannemelijk heeft gemaakt door middel van overgelegde stukken, waaronder een Excelbestand van PostNL. Dit bestand toonde aan dat de uitspraak op bezwaar op de juiste wijze was verzonden.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat verweerder vóór de wettelijke termijn van 12 februari 2021 uitspraak had gedaan, waardoor het beroep van eiseres niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank kwam niet toe aan de vraag of eiseres recht had op een dwangsom, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 november 2021, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.