ECLI:NL:RBROT:2021:11726
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en zorgplicht bij aandelenleaseovereenkomsten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk, en Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door USG Legal Professionals B.V. De eiser had twee aandelenleaseovereenkomsten afgesloten met Dexia, waarbij hij met geleend geld in aandelen had belegd. Na afloop van de overeenkomsten bleek er een restschuld te zijn, die de eiser niet kon betalen. De eiser vorderde onder andere een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en dat hij de restschuld niet verschuldigd was. Dexia erkende dat zij niet had gewaarschuwd voor het risico van een restschuld, maar voerde aan dat de vordering van de eiser was verjaard en dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van de eiser. De kantonrechter oordeelde dat Dexia haar zorgplicht had geschonden door onvoldoende te waarschuwen voor de risico's van de aandelenleaseovereenkomsten. De rechter verklaarde voor recht dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en veroordeelde Dexia tot schadevergoeding aan de eiser, verminderd met het genoten voordeel. De vordering tot betaling van de restschuld werd afgewezen, en Dexia werd in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.