ECLI:NL:RBROT:2021:11727
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid van Dexia in aandelenleaseovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk, en Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door USG Legal Professionals B.V. De eiser had een aandelenleaseovereenkomst afgesloten met Dexia, waarbij hij met geleend geld in aandelen belegde. Na afloop van de overeenkomst bleek er een restschuld te zijn, die de eiser niet kon betalen. De eiser vorderde onder andere een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en dat zij aansprakelijk was voor de door hem geleden schade. Dexia erkende dat zij niet had gewaarschuwd voor het risico van een restschuld, maar voerde aan dat de vordering van de eiser was verjaard en dat de schade mede was veroorzaakt door eigen schuld van de eiser. De kantonrechter oordeelde dat Dexia haar zorgplicht had geschonden door onvoldoende te waarschuwen voor de risico's van de aandelenleaseovereenkomst. De rechter verklaarde voor recht dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en veroordeelde Dexia tot schadevergoeding aan de eiser, verminderd met het door de eiser genoten voordeel en het al door Dexia betaalde. De kantonrechter wees de overige vorderingen van de eiser af en veroordeelde Dexia in de proceskosten.