ECLI:NL:RBROT:2021:11764
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en zorgplicht bij aandelenleaseovereenkomsten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en Dexia Nederland B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk, vorderde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en dat zij schadevergoeding diende te betalen. De eiseres had een aandelenleaseovereenkomst afgesloten met Dexia, waarbij zij met geleend geld in aandelen had belegd. Na afloop van de overeenkomst bleek er een restschuld te zijn, die eiseres moest betalen. De eiseres stelde dat Dexia haar niet voldoende had gewaarschuwd voor de risico's van de overeenkomst en dat Dexia haar zorgplicht had geschonden. Dexia betwistte de onrechtmatigheid en voerde aan dat de vordering was verjaard en dat eiseres eigen schuld had aan de schade. De kantonrechter oordeelde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door niet te waarschuwen voor de restschuld en dat zij aansprakelijk was voor de schade. De rechter oordeelde dat Dexia 2/3 van de schade moest vergoeden, terwijl eiseres 1/3 voor eigen rekening moest nemen. De kantonrechter verklaarde voor recht dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en veroordeelde Dexia tot schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden ook aan Dexia opgelegd.