ECLI:NL:RBROT:2021:1279
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres, die als tuinbouwmedewerker werkte, was op 18 september 2017 uitgevallen door lage rugpijn en had op 16 juni 2019 een WIA-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft haar aanvraag afgewezen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV getoetst en vastgesteld dat de verzekeringsarts de beperkingen van eiseres correct had vastgesteld. Eiseres had diverse medische klachten, waaronder een depressieve episode en angststoornis, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met haar situatie. De rechtbank concludeerde dat eiseres in staat was om met gangbare arbeid ten minste 65% van het maatmaninkomen te verdienen, en dat de geselecteerde functies passend waren, ondanks de taalbarrière en haar beperkingen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische vaststellingen in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van de verzekeringsarts in dit proces.