Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2021 in de zaak tussen
[naam eiser], te [woonplaats eiser], eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
De resterende geschilpunten
Vergoeding van de proceskosten in bezwaar
Overschrijding redelijke termijn
Griffierecht
Proceskosten
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 45,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 933,50;
- veroordeelt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiser van € 2.500,-;
- veroordeelt de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de wettelijke rente over de aan eiser in beroep toegekende vergoeding wegens immateriële schade vanaf vier weken na de datum van deze uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening.