Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties ontvangen op 20 oktober 2020;
- het verweerschrift, met producties;
- de brief met bijlagen van 11 november 2020 aan de zijde van ’s Heeren Loo.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer bij Stichting ’s Heeren Loo Zorggroep. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat de werknemer, zonder deugdelijke grond, haar re-integratieverplichtingen niet nakwam. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer sinds 13 september 2019 arbeidsongeschikt was en dat er verschillende incidenten waren geweest waarbij de werknemer niet op het werk verscheen of afspraken miste. De werkgever had de werknemer meerdere keren gewaarschuwd en had loonsancties opgelegd. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de tekortkomingen van de werknemer niet zodanig ernstig waren dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De persoonlijke en medische situatie van de werknemer speelde hierbij een belangrijke rol. De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van een voldragen e-grond voor ontbinding en wees het verzoek van de werkgever af. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.