In deze zaak verzoekt de werkneemster, die een nul-urencontract heeft bij de Stichting Kinderopvang Hendrik-Ido-Ambacht, om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst. De werkneemster heeft sinds juli 2018 geen werkzaamheden verricht vanwege ernstige psychische klachten en is sindsdien opgenomen in een gesloten GGZ-instelling. De werkgever heeft ingestemd met de ontbinding, maar betwist de aanspraken van de werkneemster op transitievergoeding en billijke vergoeding, omdat er geen sprake zou zijn van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2021 wordt ontbonden, maar dat de werkneemster geen recht heeft op een transitievergoeding of billijke vergoeding, omdat zij zelf om de ontbinding heeft verzocht en er geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever is vastgesteld. De loonvordering van de werkneemster wordt afgewezen, omdat zij geen deskundigenverklaring heeft overgelegd die haar arbeidsongeschiktheid bevestigt. De kantonrechter biedt de werkneemster de mogelijkheid om haar verzoek in te trekken, met de consequentie dat zij in dat geval de proceskosten van de werkgever moet vergoeden. De beslissing wordt op 3 augustus 2021 genomen.