ECLI:NL:RBROT:2021:6551
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K.T.F. Chocolaad- de Bos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek schadevergoeding door het CBR met betrekking tot rijgeschiktheid
Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser, die sinds 2005 lijdt aan diabetes mellitus, had een verzoek om schadevergoeding ingediend omdat hij meende dat het CBR onrechtmatig had gehandeld door zijn aanvraag voor een verklaring van rijgeschiktheid niet tijdig te behandelen. De rechtbank oordeelde dat het CBR terecht het verzoek om schadevergoeding had afgewezen. De eiser had in 2015 een aanvraag ingediend voor een verklaring van geschiktheid, maar had niet de benodigde medische informatie aangeleverd, waardoor het CBR zijn dossier had gesloten. De rechtbank concludeerde dat de eiser zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van de benodigde documenten en dat het CBR niet aansprakelijk was voor de gevolgen van het verlopen van de geldigheidsduur van de verklaring van rijgeschiktheid. De rechtbank oordeelde verder dat de eiser niet kon aantonen dat het CBR nalatig was geweest in zijn communicatie over de geldigheidsduur van de verklaring. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen sprake was van een onrechtmatige daad van het CBR.