“(…)
[gedaagde01] was erg grof gebekt en als we er wat van zeiden werd er om gelachen of met
de schouders opgehaald gereageerd en gezegd dan zeg je dat toch tegen hem.
Als ik er wat van zei kreeg ik meteen de volle laag van hem en werd het bekvechten en
gillen.
Maar het werd alleen maar erger, hij ging een schilderij ophangen bij een bewoner die
verder niemand had en daar ging hij vervelend tegen doen zoals kusjes vragen en een
beetje handtastelijk (…).
(…)
In het begin hoefde wij niks te doen maar als [gedaagde01] koffie kwam drinken had hij
het hoogste woord waardoor er andere bewoners weg bleven.
Zijn taalgebruik was vreselijk.
Hij beleefde allerlei avonturen zoals vooral met vrouwen en dat zat hij dan met een grote
mond ook te vertellen.
Kwam geregeld dronken binnen en was dan erg grof tegen het personeel, verbaal.
(...)
Er is heel veel voorgevallen met deze meneer die niet door de beugel kunnen en waardoor
hij dus echt een gevaar vormt voor onze bewoners die wel veilig moeten kunnen wonen.
Met de koffie waar andere bewoners zitten bijvoorbeeld vertellen dat hij gevraagd werd om
een vreemde vrouw op een terras te bevredigen met zijn hand!
(…)”