ECLI:NL:RBROT:2022:12294

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
ROT 21/960, ROT 22/945 en ROT 22/1580
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens misbruik van recht door veelprocedeerder

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 21 november 2022 uitspraak gedaan over de verzetten van een veelprocedeerder tegen eerdere uitspraken van de rechtbank. De opposant had verzet aangetekend tegen de uitspraken van 10 maart 2022, 1 september 2022 en 15 september 2022, waarin zijn beroepen tegen besluiten van de minister van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk waren verklaard. Deze besluiten betroffen verzoeken om openbaarmaking en inzage van documenten. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de verzetten niet-ontvankelijk zijn, omdat de opposant zich schuldig maakt aan misbruik van recht. De verzetrechter heeft deze beslissing zonder zitting genomen en verwees naar eerdere rechtspraak waarin de opposant ook betrokken was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 21/960 ROT 22/945 en ROT 22/1580
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2022 als bedoeld in artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht op de verzetten van

[Naam], te [Plaats], opposant,

tegen de uitspraken van de rechtbank van 10 maart 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:1711),
1 september 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:7338) en 15 september 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:7979) inzake besluiten omtrent openbaarmakings- en inzageverzoeken.

Inleiding

1. Bij besluiten van 15 februari 2021, 15 februari 2022 en 22 maart 2022 heeft de minister van Justitie en Veiligheid beslissingen op bezwaar genomen ten aanzien van verzoeken van opposant om openbaarmaking en inzage.
2. Opposant heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld.
3. De rechtbank heeft op 10 maart 2022, 1 september 2022 en 15 september 2022 bij uitspraken als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) deze beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
4. Opposant heeft tegen deze uitspraken verzet gedaan.

Overwegingen

5. De verzetrechter doet uitspraak zonder zitting. Voor de motivering wijst de verzetrechter op eerdere rechtspraak waarbij opposant partij was (ECLI:NL:CRVB:2022:105 en ECLI:NL:RBROT:2020:9821). Voorts merkt de verzetrechter op dat hij ambtshalve bekend is met de schorsing van het onderzoek ter zitting op 14 oktober 2022 in een andere zaak van opposant, omdat opposant zonder toestemming geluidsopnamen maakte tijdens de zitting.
6. De verzetrechter ziet aanleiding de verzetten niet-ontvankelijk te verklaren omdat opposant zich ook met het doen van verzet schuldig maakt aan misbruik van recht (vgl. ECLI:NL:RBROT:2020:9821). De verzetrechter volstaat met een verwijzing naar eerdere rechtspraak tussen partijen waarin eerder is geoordeeld dat opposant zich schuldig maakt aan misbruik van recht (bijv. ECLI:NL:RBROT:2017:6912 en ECLI:NL:RBROT:2022:9843).
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de verzetten niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Bedee, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 21 november 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.