ECLI:NL:RBROT:2022:2029
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting horeca-inrichting wegens illegaal gokken en softdrugsgebruik
Op 18 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, exploitant van de horeca-inrichting [naam café] in Rotterdam, een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen een besluit van de burgemeester van Rotterdam. Dit besluit, genomen op 2 februari 2022, behelst de sluiting van de horeca-inrichting voor een periode van drie maanden vanwege het toelaten van illegaal gokken en softdrugsgebruik. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing, zodat hij zijn onderneming kan voortzetten.
Tijdens de zitting op 4 maart 2022 is het verzoek behandeld. Verzoeker was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een kantoorgenoot. De burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er op 13 december 2021 een controle heeft plaatsgevonden in de horeca-inrichting, naar aanleiding van een melding van geluidsoverlast. Tijdens deze controle zijn illegale gokactiviteiten en softdrugs aangetroffen, wat heeft geleid tot het besluit tot sluiting.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot sluiting van de horeca-inrichting, gezien de ernst van de geconstateerde feiten en de impact daarvan op de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat verzoeker niet voldoende heeft aangetoond dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de illegale activiteiten die in zijn inrichting plaatsvonden. De sluiting is noodzakelijk geacht om herhaling te voorkomen en de openbare orde te waarborgen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.