In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 8 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Elinex Power Solutions B.V. [eiser] heeft een verzoek ingediend om het concurrentiebeding in zijn arbeidsovereenkomst te schorsen, zodat hij bij een concurrent, [naam bedrijf], in dienst kan treden. De werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst met Elinex opgezegd en een aanbod ontvangen van [naam bedrijf] voor een functie als Customer Support Specialist. Elinex heeft zich verzet tegen de schorsing van het concurrentiebeding, stellende dat er geen ingrijpende wijziging in de arbeidsverhouding heeft plaatsgevonden en dat het concurrentiebeding nog steeds van toepassing is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser] niet aannemelijk heeft gemaakt dat het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken en dat Elinex een voldoende belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. De vorderingen van [eiser] zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van Elinex. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is bij de gevraagde schorsing van het concurrentiebeding, en dat de belangenafweging in het voordeel van Elinex uitvalt.