ECLI:NL:RBROT:2022:3839
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak inzake sociale zekerheidsclaim met betrekking tot medische beoordeling en proceskostenvergoeding
Op 18 mei 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze uitspraak volgt op een eerdere tussenuitspraak van 25 februari 2022, waarin de rechtbank verweerder de gelegenheid bood om een geconstateerd gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder heeft hierop gereageerd met een aanvullende motivering en rapportage van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die op 31 maart 2022 heeft plaatsgevonden. Eiseres heeft schriftelijk gereageerd op deze rapportage.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig is uitgevoerd, waarbij dossieronderzoek, anamnese en fysiek onderzoek zijn betrokken. Eiseres heeft betoogd dat zij meer beperkt is dan in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) is aangenomen, maar de rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts voldoende heeft gemotiveerd dat de vastgestelde beperkingen adequaat zijn. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het gebrek is hersteld. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die in totaal € 1.897,50 bedragen.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de rol van de rechtbank in het waarborgen van de rechtsbescherming van de eiseres. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.