Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering, met producties;
- de conclusie van antwoord in incident en hoofdzaak, met producties;
- het vonnis in incident van 8 december 2021;
- de akte overlegging producties van [persoon B] ;
- de akte van de bewindvoerder tevens wijziging van eis, met producties;
- de mondelinge behandeling van 14 februari 2022;
- de akte van de bewindvoerder van 1 maart 2022, met een productie;
- de akte van [persoon B] van 16 maart 2022, met producties;
- de akte van de bewindvoerder van 23 maart 2022.
2..De feiten
“Het is namelijk mogelijk dat het erfdeel van client veel meer bedraagt. In dat kader verzoek ik u om de bankafschriften van de bankrekeningen van uw moeder bij de Rabobank op te vragen.”
“Ik heb het geld overgemaakt waar client recht op heeft. Daarmee is het voor mij afgesloten.”
3..Het geschil
- voor recht te verklaren dat [persoon B] zijn aandeel in de vordering van de nalatenschap op [persoon B] voor wat betreft het bedrag van € 22.688,30 heeft verbeurd aan [persoon A] en [persoon B] te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 22.688,30 aan de bewindvoerder;
- de verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen dan wel de wijze van verdeling te gelasten als in de akte wijziging eis onder II omschreven;
- [persoon B] te veroordelen in de proceskosten met rente en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.