Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juli 2022 in de zaak tussen
[naam verzoekster], uit [woonplaats verzoekster], verzoekster
Procesverloop
.
Overwegingen
- bij besluit van 14 december 2017 heeft verweerder de bijstandsaanvraag van verzoeker afgewezen;
- bij besluit van 4 april 2018 heeft verweerder het bezwaar tegen de afwijzing van
- bij besluit van 13 maart 2019 heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen een schuldenoverzicht 2018 niet-ontvankelijk verklaard omdat dit overzicht geen voor bezwaar vatbaar besluit is;
- bij besluiten van 21 juli 2017, van 16 augustus 2017, van 8 september 2017 en van 24 oktober 2017 heeft verweerder verzoekster voorschotten toegekend;
- bij besluit van 14 december 2017 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster voor een bijstandsuitkering afgewezen vanwege het onvolledig geven van inlichtingen en heeft hij de eerder verstrekte voorschotten teruggevorderd;
- bij besluiten van 6 februari 2018, van 6 maart 2018 en van 4 april 2018 heeft verweerder verzoekster voorschotten toegekend;
- bij besluit van 19 april 2018 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster voor een bijstandsuitkering afgewezen vanwege het onvolledig geven van inlichtingen en heeft hij de eerder verstrekte voorschotten teruggevorderd;
- bij besluit van 14 april 2021 heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen een schuldenoverzicht 2020 niet-ontvankelijk verklaard omdat dit overzicht geen voor bezwaar vatbaar besluit is.
Beslissing
mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
6 juli 2022.