Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 september 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser
[naam verweerder] , verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Is het beroep tegen het bestreden besluit 2 ontvankelijk?
Op 14 juni 2022 door verweerder ingediende stukken
Niet langer gehandhaafde beroepsgronden
Waar heeft eiser zijn hoofdverblijf?
“Beste gemeente, ik woon zoals U weet in Thailand (…),”terwijl er geen informatie is van latere datum waaruit blijkt dat eiser het grootste deel van het jaar weer in Spijkenisse is gaan wonen. Integendeel, in een e-mailbericht van 7 september 2020 schrijft eiser aan verweerder:
“Ik verblijf de meeste tijd buiten Nederland (…)”.
Is sprake van strijd met het vertrouwensbeginsel?
- dat bij dit gesprek is gesproken over de aanslagen forensenbelasting voor het jaar 2016 en de jaren erna,
- dat dit gesprek geen afsluiting heeft gekregen in de zin dat verweerder tijdens of na dit gesprek geen mededeling aan eiser heeft gedaan (of een besluit heeft genomen) over of de forensenbelasting al dan niet terecht van hem wordt geheven en of verweerder al dan niet over de jaren 2016 en daarna nog forensenbelasting van hem zou heffen,
- dat dit alles er in de praktijk toe heeft geleid dat verweerder aan eiser voor de jaren 2016, 2017 en 2018 geen aanslag forensenbelasting heeft opgelegd.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten 1 en 2;
- vernietigt de aanslagen 1 en 2;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden besluiten;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem in de zaak ROT 21/2222 betaalde griffierecht van € 49,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.