In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aegon Levensverzekering N.V. en een gedaagde, die zelf procedeert. Aegon vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 9.569,50, die was ontstaan door niet-tijdige betalingen door de gedaagde. De gedaagde heeft de huurachterstand niet betwist, maar voerde aan dat zijn financiële situatie door de coronamaatregelen was verslechterd en dat hij in de toekomst in staat zou zijn om de achterstand in te lopen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat de huurachterstand van meer dan drie maanden voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter wees de vorderingen van Aegon toe, inclusief de betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.