In deze zaak heeft Marcan Vastgoed B.V. een vordering ingediend tegen Weddings B.V. met betrekking tot de opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte. Marcan stelt dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik, specifiek voor renovatie, en heeft daarom de beëindiging van de huurovereenkomst gevorderd. De kantonrechter heeft de procedure in verschillende stappen beoordeeld, waarbij onder andere de renovatieplannen van Marcan aan de orde kwamen. Marcan heeft drie verschillende plannen gepresenteerd voor de renovatie van het gehuurde, waarbij zij telkens haar plannen heeft aangepast op basis van de bezwaren van Weddings en de ontwikkelingen in de omgeving. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Marcan voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor renovatie, en dat de huurovereenkomst niet kan voortduren zonder deze renovatie. De kantonrechter heeft de vordering van Marcan toegewezen en bepaald dat de huurovereenkomst eindigt op 1 januari 2023. Tevens is er een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van € 10.000,00 aan Weddings toegekend, onder de voorwaarde dat Weddings haar bedrijfsvoering binnen zes maanden na de beëindiging van de huur voortzet op een andere locatie. De proceskosten zijn toegewezen aan Marcan, die in het gelijk is gesteld.