In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en KPN B.V. De zaak betreft schadevergoeding die [eiseres] eist van KPN, omdat tijdens graafwerkzaamheden door D&G Infratechniek een kabel van KPN is beschadigd. De procedure begon met een dagvaarding op 20 april 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 september 2022.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 24 april 2019 heeft D&G in opdracht van [eiseres] een glasvezelkabel aangelegd nabij de onderneming van [eiseres]. Tijdens deze werkzaamheden is schade veroorzaakt aan de kabel van KPN, waardoor [eiseres] geen gebruik kon maken van haar aansluiting op het kabelnetwerk. [eiseres] vorderde een schadevergoeding van € 10.300,00 en buitengerechtelijke kosten van € 1.062,38 van KPN, stellende dat KPN niet heeft voldaan aan haar informatieverplichting op grond van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON).
KPN betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat D&G onzorgvuldig had gehandeld door slechts één proefsleuf te graven en niet voldoende onderzoek te doen naar de ligging van de kabel. De kantonrechter oordeelde dat KPN niet onrechtmatig had gehandeld, omdat D&G niet had voldaan aan haar onderzoeksplicht en niet zonder meer op de juistheid van de door KPN verstrekte liggingsgegevens mocht vertrouwen. De kantonrechter wees de vordering van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten van KPN, vastgesteld op € 746,00.