ECLI:NL:RBROT:2022:8601
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een naturalisatieverzoek wegens ernstige vermoedens van gevaar voor de openbare orde
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om naturalisatie beoordeeld. Eiser had op 29 maart 2021 een verzoek om naturalisatie ingediend, maar dit werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van ernstige vermoedens dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde. Dit besluit werd bevestigd in het bestreden besluit van 7 februari 2022. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser aanwezig was, maar de gemachtigde van verweerder niet. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van het verzoek om naturalisatie terecht was, omdat er serieuze verdenkingen bestaan dat eiser een misdrijf heeft gepleegd, wat in strijd is met de voorwaarden voor naturalisatie volgens artikel 9 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Eiser voerde aan dat het beleid van verweerder onrechtmatig is en dat hij geen eerlijk proces heeft gehad, maar de rechtbank oordeelt dat de afwijzing niet in strijd is met de onschuldpresumptie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het bestreden besluit.