ECLI:NL:RBROT:2023:1159

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
C/10/611751 / HA ZA 21-61
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadebegroting na beëindiging overeenkomst en stelplicht eiser bij gederfde winst

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 15 februari 2023, gaat het om een vordering van Top Team Services B.V. tegen FZB Nederland B.V. inzake schadevergoeding na beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst. Top Team vordert schadevergoeding voor gederfde winst, onbetaalde facturen en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis een deskundigenbericht bevolen om de hoogte van de gederfde winst vast te stellen, maar Top Team heeft het vereiste voorschot niet tijdig betaald. Na betaling van het voorschot heeft de rechtbank de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voortgang van de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat Top Team schade heeft geleden door de beëindiging van de overeenkomst, maar dat er geen deskundigenbericht is opgesteld. De rechtbank heeft de schade geschat op basis van de door Top Team gestelde feiten en heeft de gederfde winst vastgesteld op € 73.675,49, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast heeft de rechtbank de onbetaalde facturen van Top Team tot een bedrag van € 9.532,03 toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.607,07. FZB is veroordeeld tot betaling van in totaal € 84.814,59 aan Top Team, inclusief proces- en beslagkosten. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van FZB afgewezen wegens het ontbreken van verzuim aan de zijde van Top Team.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven,
zaaknummer / rolnummer: C/10/611751 / HA ZA 21-61
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOP TEAM SERVICES B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A. Mao te Schiedam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FZB NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Top Team en FZB genoemd worden.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1.
In het tussenvonnis van 28 september 2022 heeft de rechtbank een schriftelijk deskundigenbericht bevolen om de hoogte van de gederfde winst van Top Team vast te stellen, met benoeming van [naam01] RA als deskundige. Het door Top Team te betalen voorschot is vastgesteld op € 9.801,00 (inclusief 21% btw).
1.2.
Top Team heeft het voorschot niet betaald, ook niet na het bericht van de rechtbank van 31 oktober 2022 dat de nota voor het voorschot van € 9.801,00 nog open stond en het verzoek van de rechtbank om dit bedrag zo snel mogelijk te voldoen.
1.3.
De zaak is vervolgens naar de rol van 30 november 2022 verwezen voor uitlaten voortprocederen door partijen. FZB heeft de rechtbank bij akte verzocht om vonnis te wijzen. Van Top Team is geen akte, noch enig ander bericht ontvangen. Bij die stand van zaken is een akte niet dienen verleend en is de zaak naar de rol verwezen voor vonnis.
1.4.
Vervolgens is gebleken dat Top Team op 30 november 2022 het voorschot heeft betaald. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich in het licht van deze betaling uit te laten over de voortgang van de procedure. Top Team heeft de rechtbank op 18 december 2022 bericht dat zij niet eerder dan 30 november 2022 in staat was om het voorschot te betalen. FZB heeft de rechtbank op 29 december 2022 (wederom) verzocht om vonnis te wijzen.
1.5.
De rechtbank heeft partijen medegedeeld dat zij in het bericht van Top Team van 18 december 2022 geen feiten of omstandigheden leest die het herhaalde verzuim van Top Team om tijdig het voorschot te voldoen, alsmede het totale gebrek aan communicatie in dat verband verschoonbaar maken. De rechtbank heeft de per 30 november 2022 verleende akte niet dienen en verwijzing naar de rol voor vonnis gehandhaafd.

2..De verdere beoordeling

in conventie

Afkoopsom auto’s
2.1.
Dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen. De rechtbank verwijst voor de motivering van deze beslissing naar rechtsoverweging 5.10 van het tussenvonnis van 29 december 2021 (hierna: het tussenvonnis).
Onbetaalde facturen
2.2.
Top Team heeft betaling gevorderd van meerdere facturen van tezamen € 29.744,45. De rechtbank zal deze vordering toewijzen voor een totaalbedrag van € 9.532,03 (€ 7.144,53 in verband met factuur 2020-0055 en € 2.387,50 in verband met factuur 2020-0056), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag der dagvaarding (11 december 2020). Voor de motivering wordt verwezen naar rechtsoverwegingen 5.17 tot en met 5.23 van het tussenvonnis.
Winstderving
2.3.
De omstandigheid dat geen deskundigenbericht heeft plaatsgevonden ter vaststelling van de hoogte van de door Top Team gevorderde gederfde winst, betekent niet dat dit onderdeel van de vordering bij gebreke van bewijs wordt afgewezen. Op grond van vaste rechtspraak geldt dat aan de stelplicht van Top Team geen hoge eisen moeten worden gesteld en dat voldoende is dat Top Team feiten stelt waaruit kan worden afgeleid dat zij schade heeft geleden (Hoge Raad 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5211,
Chetaibi/Saki). Aan die stelplicht heeft Top Team voldaan. De rechtbank heeft in het tussenvonnis (in rechtsoverweging 5.11) immers overwogen dat het evident is dat Top Team schade heeft geleden in de vorm van gederfde winst als een gevolg van de plotselinge beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst door FZB. Omdat de omvang van de schade bij gebreke van een deskundigenbericht niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal de rechtbank de schade schatten op de voet van artikel 6:97 BW. Top Team heeft daarvoor voldoende aanknopingspunten gesteld.
2.4.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank (onder rechtsoverweging 5.13) overwogen dat bij de vaststelling van de gederfde winst zal worden uitgegaan van een periode van drie maanden. Die periode is ook als uitgangspunt genomen voor het door de deskundige uit te brengen bericht. Bij het schatten van de gederfde winst neemt de rechtbank dan ook drie maanden als uitgangspunt.
2.5.
Top Team heeft een winstmarge van 25% gesteld. FZB heeft deze winstmarge niet (gemotiveerd) betwist. Daarbij constateert de rechtbank dat FZB zelf in reconventie ter onderbouwing van haar schadevordering wegens gederfde winst een winstmarge van 35% heeft gegesteld. Het komt de rechtbank dan niet onredelijk voor om bij het schatten van de gederfde winst van Top Team de door haar (onbetwist) gestelde winstmarge van 25% te hanteren.
2.6.
Top Team heeft onderstaand overzicht met door haar aan FZB gefactureerde bedragen in 2020 (week 1 tot en met week 40) in het geding gebracht:
2.7.
De rechtbank zal de schade schatten door aan de hand van de gefactureerde bedragen de gemiddelde omzet over een periode van drie maanden te berekenen en daarvan een percentage van 25% aan te merken als gederfde winst.
2.8.
De totale omzet in 2020 tot en met week 40 is op grond van het overzicht € 1.001.370,10. De rechtbank constateert dat het factuurbedrag op factuur 2020-0056 (€ 21.417,61) correspondeert met het bedrag dat op dit overzicht is opgenomen bij week 40. Reeds is overwogen dat dit onderdeel van de vordering van Top Team wordt toegewezen tot een bedrag van € 2.387,50. Dat betekent dat het verschil tussen die bedragen (€ 19.030,11) van de totale omzet moet worden afgetrokken, waarna een omzet van € 982.339,99 over 40 weken in 2020 resteert. De gemiddelde omzet over een periode van drie maanden wordt berekend door de totale omzet van € 982.339,99 te delen door 40 weken en vervolgens te vermenigvuldigen met 12 weken en is derhalve € 294.701,99. De geschatte gederfde winst is gelijk aan 25% van € 294.701,99, en wordt derhalve vastgesteld op € 73.675,49. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding (11 december 2020).
Buitengerechtelijke incassokosten
2.9.
Nu Top Team onbetwist heeft gesteld dat zij incassowerkzaamheden heeft verricht zal ook de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, met dien verstande dat deze kosten – berekend over het bedrag van € 83.207,52 (onbetaalde facturen en geschatte winstderving) – conform de BIK-staffel € 1.607,07 bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding (11 december 2020).
Conclusie; proces-, beslag- en nakosten
2.10.
De totale toewijsbare vordering van Top Team is € 84.814,59.
2.11.
FZB zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van Top Team op basis van het toewijsbare bedrag op:
- dagvaarding € 87,99
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat €
2.957,50(2,5 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal € 7.245,49
2.12.
Top Team heeft gesteld dat zij conservatoir (bank)beslag heeft laten leggen en heeft de grosse van het verzoekschrift tot conservatoir derdenbeslag overgelegd. De gemaakte beslagkosten voor indiening van het verzoekschrift tot conservatoir derdenbeslag worden begroot op € 598,00 voor salaris advocaat (1,0 punt x € 598,00).
Verdere kosten in verband met de beslaglegging zijn niet concreet gesteld of met stukken onderbouwd door Top Team en komen dus niet voor vergoeding in aanmerking.
2.13.
De rechtbank zal FZB veroordelen tot betaling van € 7.843,49 in verband met proces- en beslagkosten.
2.14.
Hier kan nog een bedrag bijkomen aan nakosten. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
in reconventie
2.15.
FZB heeft vergoeding van diverse schadeposten gevorderd. De rechtbank zal die vorderingen afwijzen wegens het ontbreken van het verzuim aan de zijde van Top Team. Voor de verdere motivering van dit oordeel wordt verwezen naar overweging 5.8 van het tussenvonnis.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie
3.1.
veroordeelt FZB om aan Top Team te betalen een bedrag van € 84.814,59
(vierentachtigduizend achthonderdveertien euro en negenenvijftig eurocent),
vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 11 december 2020 tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt FZB in de proces- en beslagkosten, aan de zijde van Top Team tot op heden begroot op € 7.843,49, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
3.5.
wijst de vorderingen af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Smits en door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.
[3266/3195]