ECLI:NL:RBROT:2023:11686

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
10615834 VZ VERZ 23-7509
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing aanzegvergoeding en salarisstrook in arbeidsgeschil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker01] tegen Infinitas Care B.V. [verzoeker01] verzocht om een aanzegvergoeding van € 2.110,00 bruto, omdat Infinitas Care hem niet tijdig had geïnformeerd over de voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst eindigde op 18 mei 2023, en Infinitas Care had de aanzegverplichting niet nageleefd. Tijdens de procedure is Infinitas Care niet verschenen, waardoor de kantonrechter de verzoeken van [verzoeker01] heeft toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanzegverplichting, zoals beschreven in artikel 7:668 BW, niet is nageleefd, en heeft Infinitas Care veroordeeld tot betaling van de aanzegvergoeding, een deugdelijke salarisstrook, en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van [verzoeker01] toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10615834 VZ VERZ 23-7509
datum uitspraak: 24 november 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. C.E. Kriens,
tegen
Infinitas Care B.V.,
vestigingsplaats: Barendrecht,
verweerster,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘Infinitas Care’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 17 juli 2023), met bijlagen;
  • het deurwaardersexploot van 1 november 2023, waarbij het verzoekschrift is betekend en Infinitas Care is opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 9 november 2023 om 13:30 uur.
1.2.
Op 26 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was [verzoeker01] aanwezig, hij werd bijgestaan door mr. D. Mansyur (namens de gemachtigde). Infinitas Care is op deze mondelinge behandeling niet verschenen. Daarom is de mondelinge behandeling aangehouden. De gemachtigde van [verzoeker01] heeft Infinitas Care vervolgens bij deurwaardersexploot opgeroepen. Op 9 november 2023 is de mondelinge behandeling vervolgd, daarbij was de gemachtigde van [verzoeker01] (via Microsoft Teams) aanwezig. Ook op deze mondelinge behandeling is Infinitas Care, ondanks dat zij deugdelijk is opgeroepen, niet verschenen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[verzoeker01] werkte per 19 oktober 2022 voor de duur van zeven maanden als persoonlijk begeleider bij Infinitas Care tegen een salaris van € 2.110,00 bruto per maand exclusief emolumenten. De arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigde van rechtswege op 18 mei 2023, zonder dat daartoe een opzegging was vereist. Infinitas Care heeft [verzoeker01] op 25 mei 2023 laten weten dat zij de arbeidsovereenkomst wilde verlengen. [verzoeker01] heeft dit aanbod niet geaccepteerd, zodat zijn arbeidsovereenkomst op 19 mei 2023 is geëindigd. In deze procedure verzoekt [verzoeker01] Infinitas Care om hem een aanzegvergoeding van € 2.110,00 bruto te betalen, omdat zij hem niet uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst heeft geïnformeerd of zij de arbeidsovereenkomst wilde voorzetten. Daarnaast verzoekt hij een deugdelijke bruto-netto specificatie, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag. [verzoeker01] vindt verder dat Infinitas Care de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten moet betalen.
2.2.
Infinitas heeft tegen de feiten en omstandigheden die aan het verzoekschrift ten grondslag zijn gelegd geen verweer gevoerd. De kantonrechter wijst de verzoeken toe, tenzij deze haar onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Hieronder licht zij dat toe.
Aanzegverplichting
2.3.
Een werkgever moet een werknemer uiterlijk één maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de overeenkomst en, bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten (de aanzegverplichting; artikel 7:668 lid 1 BW). Deze aanzegverplichting geldt wanneer een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een bepaalde tijd van zes maanden of langer. Daarvan is in dit geval sprake. Wanneer een werkgever niet aan deze verplichting voldoet, is hij een vergoeding aan de werknemer verschuldigd van één maandsalaris (artikel 7:668 lid 3 BW).
2.4.
De aanzegverplichting is een verplichting van de werkgever die ertoe dient om werknemers op tijd duidelijkheid te geven over hun positie. Door uiterlijk één maand voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst aan te geven of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt verlengd, kan de werknemer tijdig maatregelen treffen, zoals het op zoek gaan naar ander werk. De werkgever moet de aanzegging schriftelijk doen. Een mondelinge aanzegging volstaat dus niet. [1]
2.5.
[verzoeker01] heeft onweersproken gesteld dat Infinitas Care niet aan de aanzegverplichting heeft voldaan. Het verzoek om Infinitas Care te veroordelen tot betaling van één maandsalaris van € 2.110,00 bruto ligt dan ook voor toewijzing gereed, nu dit verzoek de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt. De wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen vanaf een maand na de dag waarop de verplichting tot betaling is ontstaan, dus vanaf 19 mei 2023.
Salarisstrook en dwangsom
2.6.
Het verzoek tot het verstrekken van een deugdelijke bruto-netto specificatie (een salarisstrook) wordt ook toegewezen. De daaraan verbonden dwangsom van € 500,00 is eveneens toewijsbaar. Deze wordt toegewezen vanaf veertien dagen na betekening van deze beschikking en gemaximeerd tot € 2.500,00.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gebleken dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Het verzoek tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot een bedrag van € 382,97. De wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van deze beschikking wordt ook toegewezen.
Proceskosten
2.8.
Infinitas Care krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 289 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoeker01] tot vandaag vast op € 244,00 aan griffierecht, € 129,14 aan betekeningskosten en € 398,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 199,00). Dit is in totaal € 771,14. Voor kosten die [verzoeker01] maakt na deze uitspraak moet Infinitas Care een bedrag betalen van € 99,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In deze beschikking hoeft hierover niet apart te worden beslist. [2] De wettelijke rente wordt toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.9.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Infinitas Care om aan [verzoeker01] € 2.110,00 bruto aan aanzegvergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag, vanaf 19 mei 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Infinitas Care om binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking de salarisstrook waarin de aanzegvergoeding staat aan [verzoeker01] te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat zij dit nalaat, met een maximum van € 2.500,00;
3.3.
veroordeelt Infinitas Care om aan [verzoeker01] € 382,97 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
veroordeelt Infinitas Care in de proceskosten, die aan de kant van [verzoeker01] tot vandaag worden vastgesteld op € 771,14 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat deze beschikking is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
54214

Voetnoten

1.HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1374.
2.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.