In deze zaak heeft [eiser01] een kort geding aangespannen tegen Shipping Service Rotterdam B.V. met als doel het verkrijgen van betaling van achterstallig salaris en toekomstig loon. [eiser01] is sinds 26 september 2011 in dienst bij de rechtsvoorganger van Shipping Service en heeft zich op 17 juli 2023 ziekgemeld. Shipping Service heeft vanaf week 32/2023 het salaris van [eiser01] niet meer uitbetaald. In de procedure heeft [eiser01] een bedrag van € 13.902,42 netto geëist, alsmede een toekomstig loon van € 604,70 netto per week. Shipping Service heeft verweer gevoerd en betwist dat de cao SAVG van toepassing is, en stelt dat de cao Metaal en Techniek van toepassing is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat in dit kort geding niet kan worden vastgesteld welke cao van toepassing is, en dat het gevorderde salaris tot week 31/2023 niet toewijsbaar is. Echter, de kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser01] recht heeft op een bedrag van € 7.514,64 bruto aan achterstallig salaris vanaf week 32/2023, en heeft Shipping Service veroordeeld tot betaling van dit bedrag, alsook tot betaling van het toekomstig loon en de buitengerechtelijke incassokosten. De wettelijke verhoging is gematigd tot 20%. De proceskosten zijn voor Shipping Service.