In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 januari 2023, zijn twee zaken behandeld die betrekking hebben op parkeerbelasting en aanmaningskosten. Eiseres, een inwoner van Rotterdam, heeft bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting die haar door de gemeente Rotterdam was opgelegd. De naheffingsaanslag, die op 13 mei 2021 was verzonden, bedroeg in totaal € 67,06, inclusief aanmaningskosten van € 8,-. Eiseres stelde dat zij de naheffingsaanslag niet had ontvangen en dat haar bezwaar tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de gemeente de naheffingsaanslag op de juiste wijze had bekendgemaakt via het digitale platform MijnOverheid. Eiseres had zich aangemeld voor digitale toezending, waardoor de rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag als ontvangen kon worden beschouwd. Hierdoor was het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat het buiten de bezwaartermijn was ingediend.
Daarnaast was er een geschil over de aanmaningskosten die aan eiseres in rekening waren gebracht. Eiseres stelde dat zij niet was gehoord over haar bezwaar tegen deze kosten. De rechtbank oordeelde dat, hoewel eiseres niet was gehoord, dit niet leidde tot een schending van de hoorplicht, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en veroordeelde de gemeente tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres in de zaak betreffende de aanmaningskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om op de hoogte te zijn van digitale communicatie en de gevolgen van het niet tijdig indienen van bezwaren.