Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van NS Reizigers, met bijlagen;
- het antwoord (mondeling verweer);
- de repliek;
- de dupliek (aanvullend mondeling verweer), met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft NS Reizigers B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor onbetaalde abonnementskosten en reiskosten. Het geschil betreft een reisabonnement dat [gedaagde01] had bij NS Reizigers, waarvoor zij maandelijks kosten diende te betalen. NS Reizigers stelt dat [gedaagde01] de kosten voor de maand december 2021 en bijbehorende reiskosten van in totaal € 252,31 niet heeft voldaan. Ondanks pogingen om het bedrag te innen, is dit niet gelukt, waardoor NS Reizigers nu betaling eist, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten, wat het totaal op € 292,31 brengt.
Tijdens de procedure is vastgesteld dat partijen het eens zijn over de inhoud van het abonnement en dat dit in december 2021 is geëindigd. De kern van het geschil is wie het abonnement heeft opgezegd. [gedaagde01] beweert dat zij dit heeft gedaan, maar NS Reizigers betwist dit en stelt dat [gedaagde01] op 6 december 2021 contact heeft opgenomen om het abonnement op te zeggen, maar de procedure niet heeft afgerond. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] op 13 december 2021 nog gebruik heeft gemaakt van het abonnement, wat erop wijst dat het abonnement nog actief was. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde01] het abonnement op 14 december 2021 heeft beëindigd, omdat de facturen niet waren betaald.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde01] de vordering van NS Reizigers niet heeft kunnen weerleggen en dat het bedrag van € 252,31 nog openstaat. Daarom wordt [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van dit bedrag, met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, en de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- worden ook toegewezen. Daarnaast moet [gedaagde01] de proceskosten van in totaal € 395,99 betalen. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.