In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sportswise Centrum B.V. en de Gemeente Rotterdam. Sportswise, de eiseres, heeft een huurovereenkomst voor bepaalde tijd met de Gemeente Rotterdam, die op 8 augustus 2013 is gesloten en die loopt tot 1 mei 2023. De Gemeente Rotterdam heeft de huurovereenkomst opgezegd per 1 mei 2023, waarop Sportswise niet akkoord ging en de Gemeente verzocht de opzegging in te trekken. Sportswise vorderde in kort geding dat de Gemeente Rotterdam de huurovereenkomst zou voortzetten, met een dwangsom van € 1.000 per dag bij niet-nakoming. De Gemeente Rotterdam voerde aan dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd was en dat er geen zwaarwegende reden voor opzegging vereist was. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst inderdaad voor bepaalde tijd was en dat de opzegging rechtsgeldig was. De kantonrechter wees de vordering van Sportswise af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat bij huurovereenkomsten voor bepaalde tijd geen zwaarwegende reden voor opzegging vereist is, mits er een duidelijke opzeggingsregeling is overeengekomen.