ECLI:NL:RBROT:2023:4474

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
10336667
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Online koopovereenkomst en ambtshalve toetsing van informatieverplichtingen in het kader van consumentenrecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Capayable B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde01]. De consument had op 13 april 2021 een product besteld via de website www.onlinemotostore.nl en gekozen voor betaling in drie termijnen. Na het niet betalen van de laatste termijn heeft Capayable een vordering ingesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de consument de eerste twee termijnen tijdig heeft betaald, maar de derde termijn van € 96,00 niet heeft voldaan. Capayable vorderde in totaal € 139,13, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of aan de informatieverplichtingen van de koopovereenkomst is voldaan, aangezien deze overeenkomst op afstand tot stand is gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat de informatie over de levertermijn niet op een duurzame gegevensdrager is bevestigd, wat een schending van de wettelijke verplichtingen inhoudt. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de betalingsverplichting van de consument te verminderen met 25% op basis van de sanctierichtlijn voor schending van essentiële informatieverplichtingen.

Uiteindelijk is de consument veroordeeld tot betaling van € 24,00 aan Capayable, met wettelijke rente vanaf 3 juli 2021. Daarnaast is de consument veroordeeld in de proceskosten van € 313,65. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Capayable het bedrag direct kan vorderen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10336667 CV EXPL 23-4836
datum uitspraak: 19 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Capayable B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
gemachtigde: Active Collecting Control & Services B.V.,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘Capayable’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1 ..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 6 februari 2023, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek.
1.2.
De uitspraak van het vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Op 13 april 2021 heeft [gedaagde01] via de website www.onlinemotostore.nl een product besteld, namelijk een ‘Cardo Packtalk Bold JBL’, voor een totaalbedrag van € 288,00.
2.2.
Op de koopovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van OnlineMotostore van toepassing.
2.3.
OnlineMotostore heeft de vordering tot betaling van de maandelijkse termijnen direct na de koop overgedragen aan Capayable.
2.4.
[gedaagde01] heeft ervoor gekozen om het bedrag van € 288,00 in drie maandelijkse termijnen van € 96,00 te betalen. Op grond van de toepasselijke betalingsvoorwaarden van Capayable heeft [gedaagde01] direct bij het plaatsen van de bestelling de eerste termijn betaald. De tweede termijn moest op 13 mei 2021 zijn betaald en de derde termijn op 12 juni 2021. De tweede termijn is tijdig door [gedaagde01] betaald. Betaling van de derde termijn is uitgebleven.
2.5.
Capayable heeft [gedaagde01] bij e-mail van 18 juni 2021 in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van 14 dagen vanaf de dag nadat [gedaagde01] de e-mail heeft ontvangen een bedrag van € 96,00 te voldoen en heeft daarbij medegedeeld dat, indien [gedaagde01] niet tot betaling over gaat, hij in dat geval ook incassokosten verschuldigd zal zijn.

3..Het geschil

3.1.
Capayable vordert samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 139,13 met de wettelijke rente over een bedrag van € 96,00 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het gevorderde bedrag van € 139,13 bestaat uit de hoofdsom van € 96,00, rente van € 3,13 (berekend tot en met 6 februari 2023) en buitengerechtelijke kosten van € 40,00.
3.2.
Capayable baseert de vordering op het volgende. Het door [gedaagde01] gekochte product is aan hem geleverd, maar [gedaagde01] is in gebreke gebleven met volledige betaling van de overeengekomen koopsom. [gedaagde01] heeft de laatste betalingstermijn van € 96,00 niet betaald en moet dit bedrag daarom nog aan Capayble voldoen. Omdat [gedaagde01] ondanks aanmaning niet tot betaling is overgegaan, moet hij ook wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten betalen.
3.3.
[gedaagde01] heeft verweer gevoerd en heeft daarbij erkend de laatste betalingstermijn niet voldaan te hebben. Hij is het niet eens met de overige gevorderde kosten. Capayable heeft haar aanmaningen namelijk steeds naar een adres in [plaats01] gestuurd, welk adres [gedaagde01] alleen als bezorgadres had doorgegeven. Het daadwerkelijk woonadres van [gedaagde01] is [adres01] in [plaats02] . [gedaagde01] heeft de brieven daardoor gemist. Capayable heeft geen enkele moeite gedaan haar brieven naar het juiste adres te sturen.

4..De beoordeling

verschuldigdheid hoofdsom
4.1.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde01] heeft erkend het product ‘Cardo Packtalk Bold JBL’ via de website van Onlinemotostore te hebben besteld voor een bedrag van € 288,00. Vast staat dat [gedaagde01] met Capayable is overeengekomen dat hij dit bedrag in drie termijnen zou betalen en dat hij de eerste twee termijnen van in totaal € 192,00 tijdig heeft betaald. [gedaagde01] heeft erkend de laatste termijn van € 96,00 niet te hebben voldaan en dat bedrag dus nog aan Capayable verschuldigd te zijn.
informatieverplichtingen
4.2.
Onderhavige koopovereenkomst is tot stand gekomen via de website van de betreffende handelaar. Daarom is sprake van een op afstand gesloten overeenkomst.
4.3.
Bij of voorafgaand aan het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld bij een e-mail of een brief.
4.4.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
4.5.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat bij minder dan vier voldoende ernstige schendingen de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% en bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen met 50%. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden daarbij gerekend als hoogstens één schending.
4.6.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken.
de wijze van levering
4.7.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. In de aan [gedaagde01] gestuurde orderbevestiging staat voor wat betreft de levertermijn dat hij hiervoor contact op moet nemen met de verkoper. Deze informatie is daarmee niet op een duurzame gegevensdrager aan [gedaagde01] bevestigd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
conclusie essentiële informatieverplichtingen
4.8.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schending van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen.
4.9.
Dat betekent dat [gedaagde01] in totaal een bedrag van € 216,00 aan Capayable verschuldigd was (75% van € 288,00). Vast staat dat [gedaagde01] hiervan al een totaalbedrag van € 192,00 heeft betaald. De (restant)hoofdsom bedraagt daardoor € 24,00 (€ 216,00 -/- € 192,00). Dit bedrag zal aan hoofdsom worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.10.
Capayable maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: ‘het Besluit’). Capayable heeft pas recht op een vergoeding als aan [gedaagde01] een brief is gestuurd, waarin hij de kans heeft gekregen om de hoofdsom binnen de in de wet genoemde termijn alsnog zonder extra kosten te betalen (artikel 6:96 lid 6 BW). Capayable heeft gesteld dat deze aanmaning per
e-mail van 18 juni 2021 aan [gedaagde01] heeft gezonden en heeft een afschrift van die e-mail in het geding gebracht. [gedaagde01] heeft slechts betwist dat hij aanmaningen van Capayble op zijn woonadres in [plaats02] heeft ontvangen, maar heeft de ontvangst van de e-mail van 18 juni 2021 niet betwist. Om die reden is dan ook voldoende komen vast te staan dat [gedaagde01] deze
e-mail met de aanmaning heeft ontvangen. De aanmaning van Capayable voldoet inhoudelijk echter niet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen, omdat de door [gedaagde01] bij niet tijdige betaling van de hoofdsom verschuldigde incassokosten niet zijn uitgedrukt in een concreet bedrag. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom afgewezen.
4.11.
De wettelijke rente wordt toegewezen over de hiervoor genoemde (restant)hoofdsom. Deze wordt, zoals door Capayable gevorderd, toegewezen vanaf de dag nadat de termijn in de e-mail van Capayable van 18 juni 2021 is verstreken (3 juli 2021). Het meerdere is niet toewijsbaar.
proceskosten
4.12.
Nu [gedaagde01] heeft erkend het resterende bedrag aan hoofdsom aan Capayable verschuldigd te zijn en Capayable hem in elk geval door middel van de e-mail van 18 juni 2021 heeft verzocht alsnog tot betaling over te gaan, staat vast dat [gedaagde01] voldoende gelegenheid heeft gehad het verschuldigde bedrag aan Capayble te voldoen en zodoende een gerechtelijke procedure te voorkomen. Daarom kan in het midden blijven of [gedaagde01] de per gewone post aan zijn woonadres gestuurde herinneringen en aanmaningen wel of niet heeft ontvangen. Omdat [gedaagde01] niet tot betaling is overgegaan is Capayble op terechte gronden tot dagvaarding overgegaan.
4.13.
Een en ander betekent dat [gedaagde01] voor het grootste deel ongelijk krijgt en daarom de proceskosten moet betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Capayable tot vandaag vast op € 107,65 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 39,00). Dit is in totaal € 313,65. Voor kosten die Capayable maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 19,50 (1/2 punt x € 39,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.14.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Capayable te betalen € 24,00 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 3 juli 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van Capayable tot vandaag worden vastgesteld op € 313,65;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
44487

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl