ECLI:NL:RBROT:2023:457

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
10087634
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst met termijn voor betaling

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is Staete Invest B.V. als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een huurachterstand van de gedaagde, die een woonruimte huurt van Staete Invest. De huurprijs bedraagt € 842,35 per maand, maar de gedaagde heeft een achterstand opgebouwd van € 7.202,05 tot en met september 2022. De gedaagde erkent de huurachterstand, maar voert aan dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder een verslaving, niet in staat was om te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 november 2022 waren beide partijen niet aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand onbetwist is en dat de gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling van het achterstallige bedrag, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De rechter heeft ook geoordeeld dat de huurovereenkomst kan worden ontbonden, omdat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat als ernstig genoeg wordt beschouwd. Echter, de rechter heeft de verhuurder, Staete Invest, verweten dat zij niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening, waardoor de gedaagde een termijn van één maand is gegund om alsnog aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen.

De rechter heeft de gedaagde verder veroordeeld in de proceskosten en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de gedaagde de verplichtingen moet nakomen, ook al is er nog geen definitieve uitspraak over de ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft de gedaagde de mogelijkheid gegeven om binnen een maand na de uitspraak het totaal verschuldigde bedrag te betalen, anders zal de huurovereenkomst worden ontbonden en moet de gedaagde het gehuurde ontruimen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10087634 \ CV EXPL 22-27606
datum uitspraak: 13 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Staete Invest B.V.,
vestigingsplaats: Hendrik-Ido-Ambacht,
eiseres,
aanvankelijk bijgestaan door gemachtigde: Wouters Gerechtsdeurwaarder & Incasso’s,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Staete Invest’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 6 september 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge verweer;
  • de brief van 27 september 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 30 november 2022 is een mondelinge behandeling ingepland om de zaak te bespreken. Niemand was hierbij namens partijen aanwezig.

2..De feiten

2.1.
[gedaagde01] huurt van Staete Invest de woonruimte gelegen aan de [adres01] te [plaats01] (hierna: ‘het gehuurde’). De huurprijs bedraagt op dit moment € 842,35 per maand en moet bij vooruitbetaling worden betaald.
2.2.
In de betaling van de maandelijkse huurprijs is een achterstand ontstaan.

3..Het geschil

3.1.
Staete Invest eist samengevat:
  • de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde01] te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen;
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 8.092,38 met rente over € 7.202,05 vanaf 5 september 2022;
  • [gedaagde01] te veroordelen vanwege verschuldigde huur aan haar te betalen € 842,35 per maand vanaf 1 augustus 2022 tot aan het tijdstip van de ontbinding van de huurovereenkomst;
  • [gedaagde01] te veroordelen vanwege schadevergoeding aan haar te betalen € 842,35 voor elke maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde01] in gebreke blijft met de ontruiming van het gehuurde;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit € 7.202,05 aan huur tot en met de maand september 2022, rente van € 51,81 (berekend tot 5 september 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 838,52.
3.2.
Staete Invest baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] heeft een huurachterstand laten ontstaan. Deze huurachterstand rechtvaardigt ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
3.3.
[gedaagde01] erkent de huurachterstand. Hij voert aan dat hij kampt met een verslaving en door de gevolgen daarvan niet kon betalen.

4..De beoordeling

Huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en rente

4.1.
Als onbetwist staat tussen partijen vast dat de huurachterstand tot en met de maand september 2022 € 7.202,05 bedroeg. [gedaagde01] zal worden veroordeeld om dit bedrag aan Staete Invest te betalen.
4.2.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De rente wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van Staete Invest volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] deze stellingen niet heeft betwist.
Ontbinding huurovereenkomst
4.3.
Als de huurder zijn verplichting om tijdig de huur te betalen niet nakomt, mag de verhuurder de rechter vragen om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter wijst deze vordering alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Een huurachterstand van meer dan drie maanden wordt in beginsel als ernstig genoeg beschouwd om de huurovereenkomst te beëindigen. De huurachterstand van [gedaagde01] tot en met september 2022 is ruim acht maanden en rechtvaardigt in beginsel ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling tot ontruiming van het gehuurde.
4.4.
[gedaagde01] moet de huur blijven betalen tot en met de maand waarin de huurovereenkomst wordt ontbonden. De gevorderde betaling van lopende huur vanaf 1 augustus 2022 zal worden toegewezen met ingang van de maand oktober 2022, nu de gevorderde huurachterstand is berekend tot en met de maand september 2022. Ook na ontbinding van de huurovereenkomst is [gedaagde01] op grond van artikel 7:225 BW een vergoeding gelijk aan de huurprijs verschuldigd tot het moment waarop hij het gehuurde heeft ontruimd. Dit deel van de vordering wordt daarom ook toegewezen.
Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening - terme de grâce
4.5.
In artikel 2 van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: ‘het Besluit’) is bepaald dat een verhuurder van een woning bij een huurachterstand de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de achterstand dient te verstrekken aan het college voor schuldhulpverlening, als hij: a) inspanning heeft geleverd om in persoonlijk contact te treden met de huurder om deze te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen, b) de huurder gewezen heeft op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening, c) de huurder ten minste eenmaal een schriftelijke herinnering heeft gestuurd over de betalingsachterstand en d) bij die schriftelijke herinnering heeft aangeboden om met schriftelijke toestemming van de huurder zijn contactgegevens aan het college te verstrekken en de huurder daarop niet afwijzend heeft gereageerd. De gedachte hierachter is dat schulden in een zo vroeg mogelijk stadium worden gesignaleerd. Er is overigens geen sanctie gesteld op het niet naleven van gegevensverstrekking bij een huurachterstand en de verhuurder behoudt de mogelijkheid om aan de rechter te vragen de huurovereenkomst te ontbinden. Dat laat onverlet dat de rechter deze omstandigheden wel kan laten meewegen bij de beantwoording van de vraag of de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.
4.6.
Uit de stukken in het dossier valt niet op te maken dat Staete Invest het bepaalde in artikel 2 van het Besluit heeft nageleefd. Hierin ziet de kantonrechter aanleiding om gebruik te maken van zijn wettelijke bevoegdheid om [gedaagde01] een termijn (terme de grâce) van een maand te verlenen om alsnog aan zijn verplichtingen tegenover Staete Invest te voldoen, voordat de huurovereenkomst wordt ontbonden.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde01] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Staete Invest tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 514,00 aan griffierecht en € 311,00 aan salaris voor de gemachtigde (één punt x € 311,00 tarief). Dit is totaal € 952,43. Voor kosten die Staete Invest maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] ook een bedrag betalen van € 124,00 (1/2 punt x € 311,00 tarief met maximum € 124,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Staete Invest te betalen € 8.092,38 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 7.202,05 vanaf 5 september 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Staete Invest te betalen, zolang de huurovereenkomst voortduurt, € 842,35 per maand, nog te verhogen met eventuele indexeringen, te rekenen vanaf 1 oktober 2022;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de kant van Staete Invest tot vandaag vastgesteld op € 952,43;
5.4.
staat [gedaagde01] toe om het totaal van de aan Staete Invest verschuldigde bedragen, inclusief rente en kosten zoals hierboven genoemd aan Staete Invest te betalen binnen één maand na de uitspraak van dit vonnis;
en bovendien, maar alléén voor het geval [gedaagde01] niet binnen de gestelde termijn geheel aan die betalingsverplichtingen voldoet:
5.5.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met ingang van de dag na afloop van vorenbedoelde termijn van één maand en veroordeelt [gedaagde01] om het gehuurde te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Staete Invest te stellen;
5.6.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Staete Invest te betalen € 842,35 per maand of gedeelte daarvan, nog te verhogen met eventuele indexeringen, met ingang van het moment waarop de huurovereenkomst is ontbonden tot en met het moment waarop de ontruiming plaatsvindt;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken.
48637