In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde01]. Arrow vorderde betaling van € 2.328,31 aan facturen die voortvloeien uit een energieovereenkomst met de consument. De consument betwistte de vordering niet, maar stelde dat zij als vennoot van een failliete vennootschap op 29 januari 2019 failliet was verklaard en dat Arrow de vordering bij de curator had moeten indienen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding op 5 augustus 2021, na de afwikkeling van het faillissement op 22 februari 2021, terecht was uitgebracht.
De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieverplichtingen van Arrow beoordeeld, aangezien de overeenkomst online was afgesloten. De rechtbank concludeerde dat Arrow niet had voldaan aan verschillende essentiële informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Dit leidde tot de conclusie dat de betalingsverplichting van de consument met 50% moest worden verminderd, omdat er meer dan drie voldoende ernstige schendingen waren vastgesteld. De kantonrechter heeft ook buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente toegewezen, en de proceskosten aan de zijde van Arrow vastgesteld op € 1.028,60. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan informatieverplichtingen bij consumentenovereenkomsten en de gevolgen van een faillissement voor de vorderingen van schuldeisers. De kantonrechter heeft de consument in het gelijk gesteld voor een deel van de vordering, wat aantoont dat de bescherming van consumentenrechten in deze context serieus wordt genomen.