Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Woonstad.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, heeft de kantonrechter op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser01], die optreedt als bewindvoerder over de goederen van [naam01], en Stichting Woonstad Rotterdam. De zaak betreft een executiegeschil over de ontruiming van een huurwoning die [naam01] van Woonstad huurt. In een eerder vonnis van 28 april 2023 is [eiser01] veroordeeld om de woning te ontruimen, maar hij verzoekt de uitvoering van dit vonnis te schorsen totdat er in hoger beroep over de zaak is beslist. Hij stelt dat de belangen van [naam01] bij behoud van de woning zwaarder wegen dan die van Woonstad, die de woning wil verhuren aan iemand die er wel zijn hoofdverblijf heeft.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2023 heeft [eiser01] zijn standpunt toegelicht, terwijl Woonstad haar belangen heeft uiteengezet. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden van de zaak, waaronder de schade aan het gehuurde door gebrek aan ventilatie en verwarming, en de gevolgen van ontruiming voor [naam01]. De rechter oordeelt dat het belang van Woonstad bij ontruiming zwaarder weegt dan het belang van [naam01] bij behoud van de woning, vooral gezien de schade aan het gehuurde die alleen maar groter zal worden.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser01] af en veroordeelt hem in de proceskosten aan de kant van Woonstad. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de proceskostenveroordeling direct kan worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.