In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Erfgoed Rotterdamse Molens en twee gedaagden, [gedaagde01] en [gedaagde02]. De stichting vorderde nakoming van een vaststellingsovereenkomst die in oktober 2020 was gesloten, waarin was afgesproken dat de huurovereenkomst per 1 januari 2022 zou eindigen. De stichting stelde dat [gedaagde01] sinds die datum zonder recht of titel in de woning verbleef en eiste ontruiming van de woning. De gedaagden voerden verweer op basis van dwaling en misbruik van omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelde dat de vaststellingsovereenkomst nagekomen moest worden. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, maar gaf [gedaagde01] een termijn van drie maanden om de woning te verlaten. Tevens werd [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van huur en proceskosten aan de stichting.