Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 september 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
de onderbouwing van het…gehanteerde indexeringspercentage”. In het in bezwaar toegezonden taxatieverslag heeft verweerder de volgende toelichting op het indexeringspercentage van 5,1% gegeven: “
De gemeente Rotterdam bepaalt de indexering tussen verkoopdatum en waardepeildatum op basis van alle bruikbare verkoopcijfers in de stad in relatie tot de voorgaande woz-waarde. Deze index is per buurt en segment verfijnd, zodat het onderscheid tussen buurten duidelijk naar voren komt.” Daarmee heeft verweerder de verzochte onderbouwing van het indexeringspercentage verstrekt en de waardebepaling op zichzelf voldoende inzichtelijk en controleerbaar gemaakt. Van een ongelijkwaardige procespositie is in dit geval geen sprake, omdat de verkoopcijfers die ten grondslag liggen aan het toegepaste indexeringspercentage openbaar zijn. Voor zover eiser betoogt dat verweerder nadere gegevens die ten grondslag liggen aan het indexeringspercentage had moeten verstrekken, geldt dat eiser daarom niet heeft gevraagd en bovendien dat verweerder, nu eiser de juistheid van het percentage niet (gemotiveerd) heeft betwist, daartoe ook niet was gehouden. De beroepsgrond slaagt niet.
II, 1992/93, 22885, nr. 3, p. 44). Verweerder moet aannemelijk maken dat hij de waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld (zie het arrest van de Hoge Raad van 14 oktober 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4300).