ECLI:NL:RBROT:2023:9625
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van aanzegvergoeding en achterstallig loon in arbeidsgeschil
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster, vertegenwoordigd door mr. W.T.M. Uilhoorn, en verweerster Horeca Energiehuis B.V. (Khotinsky). Verzoekster heeft van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 bij Khotinsky gewerkt op basis van een contract voor bepaalde tijd. Verzoekster vorderde de aanzegvergoeding van € 3.076,15 bruto, omdat Khotinsky haar niet tijdig had geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast verzocht verzoekster om uitbetaling van niet uitbetaalde min-uren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023 was Khotinsky niet verschenen. De kantonrechter oordeelde dat Khotinsky in gebreke was gebleven door verzoekster niet schriftelijk te informeren over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Hierdoor was Khotinsky verplicht de aanzegvergoeding te betalen. Tevens oordeelde de kantonrechter dat Khotinsky te weinig vakantie-uren had uitbetaald aan verzoekster. Verzoekster had recht op 190 vakantie-uren, maar Khotinsky had slechts 11,74 uur uitbetaald. De kantonrechter stelde vast dat Khotinsky de resterende uren niet had verrekend met de uren die verzoekster te weinig had gewerkt, wat in strijd was met de wet.
De kantonrechter heeft Khotinsky veroordeeld tot betaling van de aanzegvergoeding, het achterstallige loon van € 2.194,62, en een wettelijke verhoging van 50% over het ingehouden salaris. Daarnaast moet Khotinsky een nieuwe eindafrekening verstrekken en de proceskosten van verzoekster betalen, die zijn vastgesteld op € 879,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en Khotinsky is in gebreke gesteld voor het verstrekken van een correcte bruto-netto-specificatie.