In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Rotterdam, beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen vanwege het uitblijven van een besluit op haar bezwaarschrift, ingediend tegen een besluit van 5 december 2023. De rechtbank Rotterdam heeft op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar is overschreden en dat verweerder, de Dienst Toeslagen, in gebreke is gesteld door eiseres. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk op 4 juni 2025 alsnog een beslissing op het bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom vastgesteld van € 50,- per dag voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 51,- en de proceskosten zijn vastgesteld op € 437,50. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat de zaak zich leent voor een beslissing zonder zitting, zoals bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.