ECLI:NL:RBROT:2025:10549
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor schade aan muur en gordijnen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand door eiser, die sinds 2013 een bijstandsuitkering ontvangt. Eiser had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van reparatie van een muur en de vervanging van gordijnen, die beschadigd waren door een medewerkster van Aafje Thuiszorg. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvragen afgewezen, stellende dat deze kosten niet onder de noodzakelijke kosten vallen volgens artikel 14 van de Participatiewet (Pw). Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de kosten van reparatie en vervanging als kosten van geleden schade moeten worden aangemerkt, waarvoor geen bijstand kan worden verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten zich wel voordoen, maar dat ze niet noodzakelijk zijn voor het bestaan van eiser. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de regel rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten, waardoor eiser geen recht heeft op de gevraagde bijzondere bijstand.