Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de tussenbeschikkingen van 30 juni 2023 en 31 maart 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van Bolidt van 30 april 2025 met bijlagen;
- de brief van Bolidt van 23 mei 2025 met bijlagen.
2.De verdere beoordeling
‘zou [verzoeker], in de functie die hij bij BCC bekleedde, wel in dienst zijn geweest bij Bolidt, zou het bonusverbod dan op hem van toepassing zijn geweest of niet?’, te zullen nazenden, maar dit in het geheel niet meer heeft gedaan en ook onduidelijk is gebleven wat de reden daarvan is. Bij brief van 23 mei 2025 is door Bolidt slechts een e-mail van haar accountant daterend van 8 mei 2021 overgelegd. Hierin staat een (algemene) uiteenzetting van wat het bonusverbod behelst. Ook is er een memo van 21 mei 2021 overgelegd. In deze beide stukken wordt echter in het geheel niet ingegaan op de concrete situatie van [verzoeker]. Evenmin wordt daarin ingegaan op de vraag of [verzoeker] gelet op zijn functie en er vanuit gaande dat hij bij Bolidt in dienst was, al dan niet onder het bonusverbod valt.
tot 10%.