In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiseres ontruiming van een strook grond die kadastraal toebehoort aan haar perceel. Eiseres stelt dat gedaagden deze strook grond in gebruik hebben, terwijl zij deze nodig heeft voor haar bedrijfsvoering en om geluidsoverlast te verminderen. Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij door verjaring eigenaar zijn geworden van de strook grond. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagden geen recht hebben op de strook grond, omdat hun rechtsvoorganger deze slechts als houder voor eiseres in gebruik had en niet als bezitter. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres grotendeels toe, met uitzondering van de gevorderde dwangsom en machtiging tot ontruiming. De ontruimingstermijn wordt vastgesteld op vier weken na betekening van het vonnis. Eiseres heeft voldoende spoedeisend belang bij de ontruiming, omdat zij een geluidsscherm moet plaatsen om te voldoen aan de geluidsnormen die door de gemeente zijn opgelegd. De proceskosten worden toegewezen aan eiseres, aangezien gedaagden grotendeels in het ongelijk zijn gesteld.