Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] , met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerster] , met bijlagen;
- het herziene verzoekschrift van [verzoeker] ;
- de brief namens [verzoeker] van 21 augustus 2025, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van beide partijen.
2.De beoordeling
(Net) debt’ van € 3.255.000,-. De rechtbank begrijpt dat de partijen het erover eens zijn dat dit uitdrukt hoeveel financiering [verweerster] dan naar verwachting nodig zou hebben.
that an enhanced Business Plan for the years 2025-2029 (Enhanced BP) shall be developed, which Enhanced BP will incorporate specific, measurable milestones and opportunities for improvement within the framework of the New BP, with the aim of presenting the Enhanced BP by the end of 2024.”
financieringstoezeggingheeft gedaan. In de eerste plaats is van belang dat het businessplan voorlopig is goedgekeurd, onder de voorwaarde dat er een verbeterde versie zou komen. Dat plan is er nooit gekomen. Verder is van belang dat uit het besluit geen financieringstoezegging volgt. [verzoeker] heeft in het verzoekschrift geschreven dat hij daarop vertrouwde. Tijdens de zitting heeft hij toegelicht dat hij ervan uitging dat wanneer hij presteerde volgens het businessplan, hij financiering zou krijgen ter grootte van
de behoeftedie in het businessplan is opgenomen. Hij heeft de rechtbank niet duidelijk kunnen maken waarom hij daarvan uitging. Uit de aandeelhoudersovereenkomst blijkt namelijk dat aandeelhouders niet verplicht zijn om extra financieringen aan te bieden (6.2). Dat dit ging om ‘additional funding’ naast de 3,2 miljoen die uit een bijlage bij die overeenkomst volgt, blijkt nergens uit. Meer voor de hand ligt dat er wordt gesproken over ‘additional funding’ omdat het uitgangspunt van de overeenkomst is dat gebruik wordt gemaakt van ‘excess cash available within the company’ (6.1.1).