Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Waardering van het bewijs
of omstreeks5 december 2020 te Dordrecht
op/aan de Beekmanstraat
, in elk geval op of aan de openbare
een ofmeer personen te weten [verbalisant 3]
/of[verbalisant 2] (hoofdagent politie Eenheid Rotterdam)
/ofdie [verbalisant 1]
bij zijn middel/aan zijn
/of
/of
/ofte slaan
op/tegen het lichaam en
/of
schoppen/trappen
op/tegen het hoofd en
/ofhet lichaam
/of
/liggenen
/of
op/tegen het gezicht en
/oflichaam en
/of
zitten en/ofliggen en
/of
op/tegen het hoofd en
/of lichaamen
/of
die [verbalisant 2] (met kracht) om haar nek/hals vast te pakken en/of in die
/of[verbalisant 3] te duwen, ten gevolge waarvan die [verbalisant 2]
6.Strafbaarheid feit
alleschuld in de weg.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
10.Bijlagen
11.Beslissing
€ 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 375,-,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 375,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 375,-,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 375,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] te betalen
€ 375,-,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 375,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;