In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor compensatie op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De Dienst Toeslagen heeft na een lichte toets vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een herstelmaatregel. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen dit terecht heeft gedaan, omdat de argumenten van eiseres meer thuis horen in de bezwaarprocedure tegen de integrale beoordeling. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, maar zij heeft recht op een schadevergoeding van € 2.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn van twee jaar is overschreden met een jaar en zeven maanden, wat leidt tot de toekenning van de schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep, voor zover gericht tegen het bestreden besluit 1, niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit besluit was ingetrokken. Voor het overige is het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op het forfaitaire bedrag van € 30.000,-. De rechtbank heeft de proceskosten van eiseres vastgesteld en deze moeten door de Dienst Toeslagen worden vergoed.